VERHALEN

Nicolas Flamel


In het eerste artikel over Egyptenaren en Babyloniers was al duidelijk geworden hoe bepalend goud in die maatschappijen was. Iedere nieuwe vondst uit die periode maakt duidelijk hoe hoogstaand beide maatschappijen waren. Vele duizenden jaren later bleef van die beschavingen niet veel meer over. 
Het dieptepunt in onze recentere geschiedenis waren ongetwijfeld de Middeleeuwen. Eén van de schaarse hoogtepunten in die donkere periode waren vast en zeker de alchemisten.
180px Nicolas Flamel romantique Nicolas Flamel: 1 van de meesteroplichters (deel 3) die beweerde goud te kunnen makenNicolas Flamel
Eeuwenlang waren ze op zoek naar 2 doelen: Onsterfelijkheid en het maken van … goud. Zijn het nu rijke of arme periodes uit onze geschiedenis, steeds maar weer maakt goud er een belangrijk deel van uit. Was het in de Oudheid nog relatief in overvloed, in de Middeleeuwen was het zeer schaars en dit bracht (pseudo)wetenschappers op het idee om goud te maken via chemische reacties. Wie goed opgelet heeft in de chemische les weet nu dat dit onmogelijk is, maar in de ongeschoolde Middeleeuwen konden oplichters de mensen van alles wijsmaken.
Wie schoolgaande jeugd heeft, zal ongetwijfeld al van Nicolas Flamel gehoord hebben. Flamel was een Franse alchemist die zijn ganse leven op zoek was naar onsterfelijkheid. Hij beweerde die met de Steen der Wijzen gevonden te hebben. Deze steen was het centrale thema in het eerste boek van Harry Potter. 


De legende verhaalt dat Flamel, geboren in 1330, nu nog altijd levend rondloopt. Dit wordt mede gevoed doordat zijn graf in 1418 … leeg bleek te zijn. Waar hebben we dat nog gehoord?
Alchemisten: Wetenschappers of charlatans? Het zal altijd een discussie blijven. Het verhaal gaat ook dat Flamel goud kon maken uit kwik. Onmogelijk natuurlijk omdat chemie enkel op elektronen inwerkt en nooit op het aantal protonen en neutronen in de kern en net dat laatste is bepalend voor een chemisch element. Ondanks dat vele jaren (eeuwen) later vele valse verhalen aan Flamel gelieerd werden, mag je er toch vanuit gaan dat hij wellicht zelf rotsvast geloofde in het maken van goud en het bereiken van onsterfelijkheid. Toen hij er niet in slaagde, bleef hij volhouden dat hij het kon en maakte hij zijn tijdsgenoten van alles wijs.
De onwetendheid in de Middeleeuwen maakte vanzelfsprekend de weg vrij voor nog meer charlatans. Toch hebben de alchemisten hun verdiensten. Eigenlijk waren daar best veel intelligente mensen bij en kan men alchemie omschrijven als een mengeling van filosofie en wetenschappenIsaac Newton, gekend als 1 van de grootste genieën aller tijden, was tevens alchemist. Uiteindelijk was alchemie niets anders dan de menselijk drang om vooruit te komen. Ongetwijfeld hebben ze een belangrijke rol gespeeld om de mensheid te helpen ontsnappen uit de donkere tijden en lagen ze aan de basis van de Verlichting, die het begin vormde van onze moderne beschaving.
En toch is het mogelijk om goud te maken uit een andere stof: Transmutaties heet dat. Ik ben ooit in het C.E.R.N. geweest in Genève, waar zowat de grootste deeltjesversneller (is kilometers lang) op aarde staat. Met dit apparaat kan men elementaire deeltjes (protonen, neutronen, elektronen) met hoge snelheid afschieten op de kernen van een bepaalde stof, waardoor je de samenstelling van die kernen kan veranderen en dientengevolge dus het chemisch element. Volgens de ingenieurs echter rijzen er onoverkomelijke problemen: De benodigde energie en de benodigde tijd zijn veel te groot om een meetbare hoeveelheid goud te maken. Tevens zou je zoveel radioactieve nevenproducten krijgen, dat het zo goed als onmogelijk is om dit praktisch onder controle te krijgen, maar theoretisch zou het kunnen.
Dat het onmogelijk bleek om goud via alchemische (of kernfysische) weg te maken, draagt alleen maar bij tot de schaarste ervan. Hierdoor blijft goud een mythisch product en ik zie geen enkele reden waarom goud niet een bepalende factor in de menselijke geschiedenis zou blijven. Mensen veranderen niet. Hoe hoog (of laag) de beschaving ook is. Goud heeft de mensheid reeds 5000 jaar in de ban, tot nader bericht zal dat ook de volgende 5000 jaar zo zijn. Wie de steen der wijzen in zijn bezit heeft, zal dit kunnen bevestigen ….





Een gouden Babylonisch verhaal

Geen enkel goed heeft meer aantrekkingskracht op de mens uitgeoefend als GOUD. Reeds in de Oudheid hadden de Egyptenaren en Babyloniers de koorts goed te pakken. Menig Farao maakte indruk op de andere heersers door te pronken met zijn “gouden” paleizen. De talrijke goudmijnen in Nubië (zuidelijk Egypte) legden de Farao geen windeieren. De naam van de streek betekent letterlijk goudgebied (nub= goud in het arabisch). Dit Egyptisch goud was zo gegeerd door de naburige landen dat die letterlijk bereid waren hun mooiste koningsdochters te reserveren voor de Farao in ruil voor goud.


Toen het goud zo’n 4 à 5 duizend jaar geleden algemeen aanvaard werd als betaalmiddel kon de Farao zijn pret niet meer op. Hij hoefde het slechts door zijn slaven te mijnen en verzekerde zich daardoor van een voortdurende bron van inkomsten. De overvloed aan goud was zodanig dat ze er grote hoeveelheden van meenamen in hun graf. Het verhaal van Toetanchamon is overbekend. In de duizenden jaren die erop volgden, werd het plunderen van de graven een nationale sport waar zelfs de doodstraf niet tegen bestand was. Wie erin slaagde een koningsgraf te vinden, was op slag steenrijk.




Maar ook de Farao’s zelf waren niet altijd zuiver op de graat. Tussen de Farao en de Babylonische Majesteit bestond er een levendige correspondentie. Egyptenaren waren niet zo’n vechtersbazen en kochten de vrede meestal af met goud. De Babyloniers waren zich daar terdege van bewust. Ze schreven de Farao aan om hem hun koningsdochter aan te bieden. Ze zouden haar schenken voor ZOVEEL GOUD als dat de Farao missen kon. Hoe meer goud, hoe groter de achting van de Babyloniers voor de Farao zou zijn. Tussen de lijnen door ging het natuurlijk om veel meer dan de koningsdochter. De volledige relatie tussen beide landen stond op het spel. Menig keer waren de Babyloniers niet tevreden omdat het goud te laat kwam of er te weinig van gestuurd werd. Dit was een grove belediging voor hen en er kon geen sprake zijn om op die manier hun koningsdochter aan de Farao te schenken. Uiteindelijk kwam er meestal een deal waarbij beide partijen tevreden waren.


Toch was het soms kantje boord. Vooral als de zending goud van de Farao DE PROEF IN DE SMELTOVEN niet had doorstaan. Het goud bleek soms maar 1/4de van de aangegeven waarde te hebben. De zwaar verontwaardigde Babyloniers schreven terug dat ze maar niet konden geloven dat hun broeder hun vriendschap zo minachtte.
Deze feiten die zich duizenden jaren geleden afspeelden, zouden zich nog ontelbare keren herhalen. Toen in West-Europa gouden munten werden geslagen, bevatten deze munten steeds minder goud en steeds meer minderwaardige metalen. Zo had de dinar (uitgegeven door de Saracenen in Spanje) oorspronkelijk 4,2 gram goud. Enkele eeuwen later was dat voor dezelfde dinar nog slechts 0,9 gram. Wie dacht dat vervalsen en inflatie een recent verschijnsel is…


Ook de dollar heeft (had) een gouden randje. De naam dollar was de oorspronkelijke naam voor een ounce zilver. Deze munten werden uitgegeven door graaf Schlick uit het Joachimsthal. Deze waren van een uitzonderlijke goede kwaliteit en waren gekend onder de naam Joachims thalers (uiteindelijk vervormd tot dollar). Later werd de Amerikaanse dollar gelijkgesteld aan een gewichtseenheid: 1/20,67ste van een ounce goud, net zoals een pound 1/4de was van een ounce goud. Daarom is het verkeerdelijk te stellen dat een ounce goud 20,67 dollar waard was, enkel het omgekeerde is juist. Deze verhouding bleef officieel geldig tot de Gold Reserve Act van 1934. Toen het papieren dollargeld losgekoppeld werd van het goud, weten we allemaal wat er gebeurd is. 75 jaar later is de papieren dollar nog slechts 1/1600ste van een ounce goud waard, een inflatie van maar liefst 8000%.


De Babyloniers zouden zich hier niet laten aan vangen hebben. Zij wilden niets minder dan goud, PUUR GOUD.